Lieve allemaal,
Zoals het er nu uitziet wordt dit voor deze keer toch echt de laatste en afsluitende brief. We zijn weer terug in Wilnis.
De reis hebben we uitgespreid over 4 dagen, dus drie overnachtingen. Eerst in Debrechen (Hongarije), vervolgens Loosdorf (Oostenrijk) en tenslotte Obertshausen (ten zuiden van Frankfurt). We hebben geen enkele last van de oorlog gehad, alhoewel we in Hongarije een paar kilometer op 50 kilometer van de grens met Ukraine hebben gereden. Het klinkt misschien een beetje overdreven, maar wij vonden dat best wel spannend, omdat je hoorde dat de Russen nabij de grens bombardeerden. Zal zo’n explosief wel weten waar de grens exact ligt? Zou zo’n ding nooit verdwalen?
Maar goed. Onze laatste dagen waren samen met Noémi in ons huisje. Volgens ons ging dat best wel goed. Ons Hongaars is niet zo dat we goed konden communiceren, maar ze is best intelligent en begrijpt een heleboel dingen als je met handen, voeten en gelaatsuitdrukkingen praat met een enkel woord Hongaars er tussendoor. Helaas voor Aart mag ze om goede redenen, mannen niet, tenminste als ze te dicht bij komen. Beetje plagen of stoeien was dus niet mogelijk.
Maandagmorgen is Aart de kinderen thuis gaan ophalen. Best wel spannend of ze klaar zouden zijn. Toen hij aan de andere kant van de berg was en gas gaf zag hij in zijn ooghoek een klein jongetje lopen. Ja hoor dat was Lori. Die was in het verleden wel eens dwars als hij opgehaald werd en lag soms nog in zijn bed. Toen is hij dus gewoon in zijn pyjama meegenomen, want hij bepaalt niet hoe het gaat. Bij mama kan hij dat wel uithalen, maar niet bij de leiding van Kerub. Maar goed hij liep daar, dus hem maar gelijk ingeladen. Binnen is binnen.
Bij de andere familie stond niemand buiten klaar, maar na een claxon geluid kwamen ze naar de auto. Wij houden niet van SF films, maar we kunnen ons voorstellen hoe zombies eruit zien. Zo dus, zoals ze aan kwamen lopen en in de auto gingen zitten. Moeder gaf aan één kind nog een kus op de wang en wilde weglopen. Dat nam Aart niet, die wees op de andere kinderen en zei in het Nederlands: en die dan? Dan houdt taal op en gaat een gebaar en uitdrukking bepalen wat je bedoelt. Deze kwam binnen, want ze kwam weer terug in de auto en gaf ze bijna allemaal een kus. Inderdaad bijna allemaal want die van 14 jaar wilde niet en dan houdt het toch echt op.
Op de heenreis zongen de kinderen, op de terugreis was het doodstil. Bij de ovada (kleuterschool) er twee uitgeladen. Daar stond een aardige mevrouw, die vroeg waar de tassen van de kinderen waren. Bah, die was hij vergeten. Vervolgens vroeg ze om de testen. Hè? Nem tudom (weet ik niet), holnap (morgen)? Ze was aardig, dus mocht hij verder. Bij Kerub was de juffrouw er al, zeker een kwartier te vroeg en dat is uniek. Ook de werkster was er om brood voor de kinderen klaar te maken. Bleek dat de kinderen het hele weekend niet hadden gegeten, alleen pufulet (soort mais chips). Ja dan kan je een zombie wel voorstellen.
Die middag kwam Sandra (ja, ze kon weer een beetje zitten en autorijden, alhoewel….), met twee nieuwe meiden. Gelukkig waren de andere kinderen uit school en dan is het ijs snel gebroken. Maar als het even stil was, staarden ze een beetje vooruit. Wat zal er door de kopjes gaan? Hopelijk wennen ze snel en komen ze in het ritme van voldoende voedsel, kleding en aandacht.
Bidden jullie voor Eléna en Gabi? En voor de andere kinderen waarover we eerder schreven?
Het zit erop. We zijn behalve 2 weekjes, nu een half jaar weggeweest. We gaan acclimatiseren in Nederland en hopen sommigen van jullie weer in levende lijve te zien en te spreken. Het klinkt misschien een beetje raar, maar we waren afgelopen week nog niet helemaal geland in Nederland. Langzamerhand zijn we aan het veranderen, maar de kinderen en de werkzaamheden spoken nog in ons hoofd. Uiteraard ook onze eigen kinderen en kleinkinderen. Gelukkig komen die net voor Pasen naar Nederland om vakantie te vieren en duurt het niet zo lang meer.
We danken jullie hartelijk voor de belangstelling die jullie voor ons hebben gehad. Het bemoedigt echt heel erg als je weet dat je dit werk niet alleen doet en dat jullie op één of andere manier ons hebben ondersteunt. Klasse en dank. We wensen jullie van harte Gods zegen en nabijheid toe. Wie weet tot snel want we weten niet welke weg God met ons gaat. Wellicht is het tijd voor een zijspoortje. Wat het ook wordt, als Hij stuurt en nabij is, is het altijd goed. Hem zij alle eer.
Met hartelijke groet,
Aart en Ria